“Als circulair bouwen de standaard wordt, zullen we onze producten en systemen hoogstens licht moeten aanpassen.” Aan het woord is Kurt Van Den Bergh, technisch manager bij Reynaers Aluminium. Hij trekt die conclusie na een pilootproject rond circulair bouwen aan de VUB, waaraan de specialist in aluminium oplossingen deelnam.
In mei 2019 huldigde de Vrije Universiteit Brussel haar Circular Retrofit Lab feestelijk in. Het project was goed voor een Europese primeur: het was de eerste keer dat in Europa een circulair renovatieproject succesvol werd uitgevoerd. De verbouwing kaderde in het internationale Building as Material Banks-initiatief, waarbinnen vijftien organisaties in zeven landen onderzoek deden naar circulaire bouwmethodes en businessmodellen met fondsen van het Europese Horizon 2020-project.
Het pioniersproject van het departement Architectural Engineering is de tastbare weerslag van heel wat jaren onderzoek en bewijst dat circulair (ver)bouwen kan zonder compromissen. Het team van VUB-professor Niels De Temmerman deed vijftien jaar onderzoek naar circulaire bouwmethodes en -systemen en paste die kennis vervolgens toe bij de renovatie van een blok bestaande uit acht voormalige studentenkoten – de iconische prefabstudentenkoten van Willy Van Der Meeren uit de jaren 70 – op de campus in Etterbeek. Het hele gebouw werd gestript, enkel de betonnen draagstructuur bleef overeind. Demonteerbare en herbruikbare materialen en omkeerbare verbindingen vormden vervolgens het uitgangspunt bij de verbouwing. Het Circular Retrofit Lab, dat bestaat uit twee bouwlagen, doet nu dienst als uithangbord voor circulair bouwen en als eventruimte, maar kan door zijn aanpasbaarheid in de toekomst ook voor andere doeleinden gebruikt worden.
Verplaatsbare ramen
Voor de realisatie van het project sloeg de VUB de handen in elkaar met verschillende partners uit de bouwwereld. Zo werd de gevel gebouwd met een modulair systeem van prefabgevelpanelen ontwikkeld door Reynaers Aluminium, Beneens Alucon en Jonckheere Projects. Die panelen werden in de bestaande portieken geplaatst, gevormd door de typische betonstructuur van het gebouw, die refereert aan opeengestapelde containers, juiste afmetingen incluis. “We namen destijds deel aan het project omdat circulair bouwen een thema was dat ons aansprak en waarvan we wisten dat het in de toekomst belangrijk zou worden, wat ook gebleken is”, begint Kurt Van Den Bergh, technisch manager bij Reynaers Aluminium, te vertellen.
“Voor de renovatie werd vertrokken van een ontwerp dat mikte op een aanpasbaar gebouw. Wij leverden de raamsystemen en voor ons betekende dat concreet dat we die zo moesten uitwerken dat de ramen in de toekomst konden verplaatst worden in de gevel.”
Kleine ingrepen
En wat bleek? Reynaers Aluminium hoefde helemaal geen nieuwe producten te ontwikkelen. “Circulair bouwen bleek perfect mogelijk met de oplossingen die we vandaag al aanbieden. Enkele kleine ingrepen met betrekking tot de bouwaansluitingen van gekozen producten uit ons gamma volstonden opdat het schrijnwerk demonteerbaar werd, zonder impact te hebben op de binnen- en buitenafwerking. Eigenlijk was het de bedoeling dat we het verplaatsen van de ramen ook effectief zouden uittesten tijdens de duur van het project, maar dat is nog niet gebeurd. De VUB liet weten dat dit wel de bedoeling blijft, maar voorlopig is die onderlinge verwisselbaarheid dus enkel theoretisch bewezen.”
“Door te vertrekken van ons gordijngevelsysteem CW 50 konden we enerzijds de ramen makkelijk demonteerbaar maken en anderzijds de aansluiting met de houten panelen van de firma Jonckheere realiseren. Als circulair bouwen de standaard wordt, en daar ziet het wel naar uit, dan gaan we onze producten dus hoogstens licht moeten aanpassen. Het meeste zal nog moeten veranderd worden aan de bouwaansluitingen.”
De ramen kunnen dus een tweede leven krijgen in hetzelfde gebouw. Maar ook in een totaal nieuw project? “Absoluut”, is Van Den Bergh duidelijk. “Maar we moeten ook eerlijk zijn; in de praktijk zien we dat niet snel gebeuren. Mensen zullen hun ramen, die een zeer lange levensduur hebben, minder snel vervangen dan bijvoorbeeld de interieurafwerking. En als ze dat doen, wordt er waarschijnlijk gekozen voor nieuwe ramen.”
Componenten nog beter scheidbaar maken
Weg circulair karakter dus? “Neen, een lange levensduur is op zich reeds circulair. En als onze systemen dan toch niet zouden worden herwerkt, zetten we in op een optimaal recyclagetraject voor onze producten. 95% van het aluminium afkomstig uit gebouwen wordt opnieuw verwerkt tot hoogwaardige producten zoals aluminium raamprofielen. Geen downcycling dus. Vandaag de dag worden zeer hoogwaardige profielen meestal thermisch verwerkt, waardoor het scheiden van de componenten achteraf niet altijd eenvoudig is. Dat scheidbaar maken van de componenten is dus nog een werkpuntje om het recyclageproces nog optimaler te laten verlopen.”