De werken aan 't Centrum op de site van Kamp C in Westerlo bereiken stilaan hun eindfase. Met elke bouwdag die verstrijkt, wordt duidelijker waarom het nieuwe gebouw de titel 'eerste circulaire kantoorgebouw van Vlaanderen' mag claimen. Een laatste stand van zaken voor de oplevering in de lente van 2022 is dan ook op zijn plaats.
Even recapituleren: Kamp C, het provinciaal centrum voor duurzaamheid en innovatie, vatte enkele jaren geleden het plan op om op zijn site in Westerlo het eerste circulaire kantoorgebouw van Vlaanderen te realiseren. Die circulaire insteek liet zich ook gevoelen in de vorm van de aanbestedingsprocedure: in de procedure zou gefocust én geselecteerd worden op circulaire bouwprincipes – gebaseerd op de 7 pijlers van circulair bouwen die Kamp C definieerde – en niet slechts op laagste prijs. Uiteindelijk viel de keuze op het ontwerp van bouwconsortium Kamp Circulair, dat bestaat uit Beneens, TEN, Streng-th, Muurtuin, West Architectuur, Tenerga en VITO.
Dat ontwerp was er volgens Kamp C toe in staat van het nieuwe gebouw een katalysator te maken voor circulair bouwen in Vlaanderen, onder meer door zijn aanpasbaarheid en een bewuste keuze van materialen en technieken, al dan niet met een circulair gebruiksmodel. Nu de bouw stilaan zijn einde nadert, krijgen we meer en meer zicht – letterlijk – op die verschillende aspecten.
BEO-veld
Voor de goede orde beginnen we onderaan, met het BEO-veld. Jan Laga, CEO van Tenerga, gespecialiseerd in toepassingen van hernieuwbare thermische energie, legt waarom dat thermisch energiesysteem uiterst geschikt is in een circulair gebouw en wat de voordelen van zogenaamde ondiepe geothermie zijn. “Het principe van geothermie is het hergebruik van zomerwarmte in de winter. Het nettoverbruik van nieuwe energie is daardoor maximaal gereduceerd. Daardoor is de energiekost ook erg laag. Vanzelfsprekend komen er geen fossiele brandstoffen meer aan te pas. Elektriciteit is het enige wat nodig is en die zal in dit project zal zoveel als mogelijk met duurzame bronnen worden opgewekt. Duurzame energie met een lage milieu-impact dus."
Cementloze funderingen
Voor de funderingen van het gebouw werd dan weer beton gebruikt dat geen cement bevat. Algemeen is geweten dat de productie van cement zeer CO2-intensief is en ervoor zorgt de natuurlijke reserves aan rotsen en andere afzettingen onherroepelijk worden opgebruikt. Door gebruik te maken van de duurzame betonsamenstelling op basis van industriële bijproducten zoals metallurgische slakken of verbrandingsassen, die werd ontwikkeld in het door Interreg North-West Europe gesubsidieerde URBCON-project, kon er voor de funderingen van 't Centrum 22.500 kg aan secundaire grondstoffen worden ingezet en werd er 13.000 kg CO2 minder uitgestoten vergeleken met het gebruik van traditionele funderingen. De betonnen funderingen werden bovendien ontworpen volgens gestandaardiseerde dimensies, zodat ze aan einde van hun levensduur gemakkelijk gedemonteerd kunnen worden om vervolgens terug te worden ingezet in een ander bouwproject.
Structuur uit CLT
De structuur op die funderingen bestaat uit CLT, een materiaal dat door zijn vermogen CO2 te capteren en zijn hernieuwbaarheid – die gegarandeerd wordt door bijvoorbeeld het PEFC-label – te bestempelen is als een circulair bouwmateriaal. Maar de structuur werd daarnaast ook demonteerbaar – en dus met het oog op hergebruik – ontworpen. Joeri Beneens: "De speciaal voor dit project ontwikkelde connectoren om de balken en kolommen te verbinden, die slechts werken met twee borgschroeven, zorgen ervoor dat het hele systeem makkelijk weer uit elkaar te halen is."
Schelpen en cementloze chape voor vloeren
Als vloerisolatie werd gekozen voor schelpen, volgens veel experten ter zake een 100% circulair bouwmateriaal. Voor de dekvloeren in 't Centrum werd naar analogie met de funderingen cementloze chape gebruikt. Die chape bestaat uit herwonnen zand van bouw- en sloopafval, stratenveegsel en zand uit rioleringen. Het zand heeft dus minstens al een eerste leven achter de rug, in tegenstelling tot de traditionele dekvloer die vandaag bestaat uit 100% zogenaamd virgin materiaal. De binder in de chape is ook opgebouwd uit reststromen en daarnaast ook uit natuurlijke kalk.
Papiervlokken en magnesiumoxide als isolatie
Cellulose- of papiervlokkenisolatie, gemaakt op basis van oude, onverkochte of verkeerd gedrukte kranten, verdween in de gevels. Dat isolatiemateriaal bestaat in twee vormen: samengeperst tot een dikke mat of als losse papiervlokken. Kamp C koos voor 't Centrum voor die laatste vorm. De papiervlokken, overigens in België geproduceerd, kunnen bij de afbraak van het gebouw ook opnieuw hergebruikt worden in een volgend project.
De wanden waarmee het houtskelet in ’t Centrum werd aangekleed bestaan uit dampopen afwerkingsplaten vervaardigd uit magnesiumoxide. Die grondstof heeft heel wat circulaire eigenschappen en is brandwerend. Bart d’Haese van producent EXIE legt uit wat er zo circulair aan is. "Het duurzaamheidsaspect zit enerzijds in het productieproces van het EXIE Board. De grondstoffen die ervoor nodig zijn worden in mijnen ontgonnen, maar er worden geen additieven aan toegevoegd, zodat de panelen recycleerbaar zijn. Anderzijds zijn ze ook herbruikbaar in andere projecten door hun lange levensduur. Daarvoor moeten de platen wel geschroefd worden, of verlijmd met zogenaamde circulaire lijm. Je kan ze ten slotte ook toepassen ter vervanging van de combinatie van de klassieke OSB-plaat en Gyproc-plaat, wat minder arbeidstijd, afval, schroeven en materiaal betekent."
Vacuümglas
De beglazing in het nieuwe kantoorgebouw bestaat deels uit vacuümglas en is voornamelijk circulair omwille van het feit dat met die keuze aan materiaalminimalisatie wordt gedaan. Vacuümglas isoleert net zo goed als drievoudig glas maar is slechts zo dik als enkel glas. Stefan Lips, Sales Director bij FINEO Europe, dat het vacuümglas voor 't Centrum leverde: “Op het vlak van energieprestatie scoort het vacuümglas in ’t Centrum 36% beter dan de wettelijk verplichte norm. Het vacuümglas in ‘t Centrum heeft dezelfde U-waarde als drievoudig glas, maar bij de productie van de beglazing hebben we één glasblad minder nodig waardoor we van bij de start al veel minder CO2 uitstoten. We hebben een derde minder materiaal nodig, maar behalen op termijn toch betere prestaties omdat we verwachten dat de U-waarde zestig jaar gelijk blijft. Je doet dus aan dematerialisatie: je doet meer met minder.”
Cellulair glas isoleert dak
Voor het dakterras werd gekozen voor cellulaire glasisolatie van FOAMGLAS. Die bestaat voor het grootste deel uit gercycleerde grondstoffen – uit autoruiten en snijresten in de eigen fabriek – en kan meerdere keren worden hergebruikt zonder kwaliteitsverlies.
Om dat hergebruik effectief mogelijk te maken, moest FOAMGLAS wel een innovatieve oplossing ontwikkelen. Cellulaire glasisolatie voor platte daken wordt gewoonlijk immers op zijn plaats gelijmd. De producent ontwikkelde een oplossing waarbij cellulaire glasisolatie niet wordt gelijmd, maar los op een dampscherm wordt gelegd en vervolgens wordt voorzien van een onbrandbare coating. 't Centrum is voor FOAMGLAS een proefproject om de oplossing te testen.
Brandveiligheid is een vanzelfsprekendheid, want cellulair glas is onbrandbaar. Cellulaire glasisolatie is bovendien 100% waterdicht en 100% dampdicht. Het heeft een hoge druksterkte en is dimensioneel stabiel.
Groenwanden
Onze bespreking van de circulaire materialen in 't Centrum eindigen we bij de groenwanden die in 't Centrum komen. Wat is het juist het belang van groenwanden? En welk effect hebben ze op circulariteit? Teun Depreeuw zaakvoerder van Muurtuin, dat de groendwanden leverde: "De vergroening van gevels, daken en de directe omgeving van gebouwen is een goede manier om circulariteit te verhogen omdat ze gebouwen van ecosysteemdiensten met een circulaire werking voorzien, gratis diensten uit de natuur. In het gebouw voorzien we twee groenwanden. Het exacte effect van de wanden op het leefklimaat zal nauwkeurig gemeten worden. De benodigde irrigatie van de wanden geschiedt met regenwater dat we bij het gebouw opvangen. De groene wand buiten, onze Total Value Wall, fungeert als bouwschil voor een deel van het gebouw, waarbij het groen isolatie als extra dienst levert. De groene buitenmuur voeden we met grijs water. De aangepaste beplanting heeft de functie van verticale waterzuivering, waarbij grijs water voeding voor de planten levert."
Ook BIM draagt bij tot hogere graad van circulariteit
Er wordt in het bouwproject gebruikgemaakt van BIM en die keuze draagt ook bij tot het circulaire karakter van het project. Beneens: "Wij hebben ervoor gezorgd dat BIM ook urban mining mogelijk zal maken, door de tekeningen te connecteren met het gebouw en ze gedetailleerd genoeg te maken. Elk onderdeel in het gebouw krijgt een eigen nummer dat op het onderdeel zelf aangebracht wordt, bijvoorbeeld op de funderingszone. Die nummers komen vervolgens terug in de tekening. Als we het gebouw op een bepaald moment zouden moeten afbreken, dan kunnen we op voorhand dus een lijst trekken en zien we bijvoorbeeld hoeveel funderingen, balken of aantal vierkante meters glas erin zitten, met het oog op hergebruik ervan. Alle parameters die wij willen kennen van onderdelen en materialen hangen wij vast aan de tekening. Ook de technische fiches en de manier van monteren en demonteren zijn mee opgenomen in het model. Hierdoor is op het einde van de gebruiksfase van dit gebouw de restwaarde makkelijk te bepalen.”
Meer info over alle genoemde producten en systemen, valt na te lezen in een blog die Kamp C bijhoudt over (de vorderingen aan) 't Centrum. De blog wordt regelmatig aangevuld met nieuwe berichten. Zo vind je er bijvoorbeeld nog geen info over het gebruik van de C-CalC-tool van Cenergie of de binnenwanden van JUUNOO, of over het feit dat verschillende materialen uit Hangaar26 op de Rijnkaai in Antwerpen een nieuw leven zullen krijgen in het gebouw. In dit artikel lees je daar nog wat meer over.