Het naar alle waarschijnlijkheid oudste gebouw van Hoegaarden, dat sinds de eeuwwisseling café Nieuwhuys huisvest, werd recent verbouwd en uitgebreid om van de kroeg een brasserie te maken. Door urban mining en demonteerbaarheid centraal te stellen, gooide AST77 het in zijn renovatieontwerp resoluut over de circulaire boeg. Het gebouw langs de Ernest Ourystraat dat meer dan 365 jaar geschiedenis ademt, is zo helemaal klaar om nog wat extra jaren aan de teller toe te voegen.
Het gebouw waar het over gaat werd ergens in het midden van de 17de eeuw opgetrokken. De geschiedenis ervan is minstens even bijzonder als de verbouwing die het recent onderging. Zo werd het pand gebouwd bovenop een oude Gallo-Romeinse waterput en was het daarna verschillende jaren een legertaverne voor Spaanse, Franse, Hollandse en Duitse troepen en tegelijkertijd een huis van lichte zeden. Medio 18de eeuw werd het een eerste keer gerestaureerd en verbouwd tot een hoeve en herberg, met prachtige balkwerk in Brabantse stijl. Daarna werd het – we halen even diep adem – een oord van samenzwering, een politieke schuilplaats, een ruimte voor oude volksspelen, een zadel- en gareelmakerij, een trefpunt van geheime agenten in de Tweede Wereldoorlog, het gemeentehuis van Hoegaarden, het gemeentelijke heemkundig museum met horecagelegenheid en tot slot dus een café, met de nogal contradictorische naam Nieuwhuys, met erboven ook een woning.
In 2015 kreeg AST77 de opdracht om het gebouw te renoveren en uit te breiden zodat van café Nieuwhuys een brasserie kon worden gemaakt. Het ontwerp van AST77 voegde een opvallende bijbouw bestaande uit twee bouwlagen toe aan het bestaande gebouw en kenmerkt zich vooral door de toevoeging van een vide met opengaand serredak in glas. Het ontwerp is daardoor rijk aan daglicht. Bovendien stelt de vide bezoekers in staat de oorspronkelijke binnenhof te herbeleven.
Niet bouwen belangrijkste circulaire maatregel
AST77 begreep al snel dat een gebouw met zo’n rijke geschiedenis dient behandeld te worden met respect voor dat verleden. Dat resulteerde in het toepassen van circulaire bouwprincipes, iets waar AST77 al wel wat ervaring mee heeft. Het architectenbureau bestempelt de vrijwaring van het historische pand en dus de keuze om deels niet te bouwen als de belangrijkste circulaire maatregel die het toepaste en zette daarnaast vooral in op demonteerbaar bouwen en het hergebruik van materialen.
Zo is de staalconstructie voor de bijbouw gebout en slecht minimaal gelast. Dat zorgt er in combinatie met de keuze om de bijbouw 100% los te koppelen van het historische pand voor dat de constructie helemaal demonteerbaar is. Voor de afwerking van het nieuwbouwgedeelte – en waar nodig ook in het bestaande deel – werd gewerkt met demoneerbare wanden. In functie van aanpasbaarheid of demonteerbaarheid en hergebruik werden alle technieken ook in het zicht en in opbouw uitgevoerd.
Vloer uit planken van treinwagon
De recuperatiematerialen komen in eerste instantie vooral uit urban mining in het bestaande gebouw. Een zichtbaar voorbeeld zijn de treden van een nieuwe trap, gemaakt uit houten dakbalken van de veranda die verdween.
Ook nieuw aangevoerde materialen zijn zo veel als mogelijk afkomstig uit recuperatie. Zo werden oude steenschotten gebruikt om een toog te maken en bestaat een deel van de vloer uit planken afkomstig van oude treinwagons. De belettering op de planken werd weggewerkt.
Op het vlak van waterhuishouding werd ook circulair gedacht. Zo wordt het regenwater opgevangen en integraal gerecupereerd om te gebruiken in de sanitaire voorzieningen.
Het project was een van de vijftig realisaties die vorige maand te bezichtigen waren tijdens de Open Renovatiedag, een event van Netwerk Architecten Vlaanderen. ROBtv weet voorafgaand aan dat event een reportage aan het Nieuwhuys, te herbekijken via deze link. Ook Het Journaal maakte er, in het licht van de prijsstijgingen op de bouwmaterialenmarkt, een item over. Dat valt te herbekijken via deze link (vanaf minuut 14:53).