Valérie Vermandel van Whitewood besloot de Circubuild-award door te geven aan Tomas Ooms van Studio Tuin en Wereld. De twee werkten samen aan het MULTI-project en daarin was Tomas volgens Valérie een van de voortrekkers in het volharden in de circulaire ambities. “Op juridisch vlak dienen er wel nog verschillende bakens verzet om circulair bouwen helemaal te faciliteren”, moest Valérie ook niet lang nadenken over een antwoord op de vraag wat vandaag voor haar nog het grootste struikelblok is in de transitie naar een circulaire bouwsector.
“De wens van Whitewood om in het MULTI-project, de reconversie van de Brusselse Brouckèretoren tot een gebouw met een gemengd programma met publieke meerwaarde, hoog in te zetten op circulair bouwen en meer bepaald op maximaal hergebruik zowel van materialen uit het gebouw zelf als van elders, was niet zomaar eventjes simpel te vertalen naar een renovatieontwerp”, begon Valérie Vermandel te vertellen waarom ze voor Tomas Ooms koos als nieuwe laureaat van de Circubuild-award. “Het gebouw moest onze toekomstige huurders immers hoogkwalitatieve ruimte bieden en de focus op hergebruik mocht niets afdoen aan dat doel. Dat is toch nog een ander verhaal dan pakweg een jeugdhuis of chirlokaal circulair verbouwen.”
Het MULTI-project is vandaag op een huurder na opgeleverd en maakte zijn circulaire ambities zeker waar, al wil Valérie ook niet spreken over een foutloos proces. “Het is onvermijdelijk dat niet alle circulaire ingrepen die je beoogt bewaarheid worden”, was ze pragmatisch. “Zo was het geen fijne vaststelling om tijdens een bezoek aan de werf vast te stellen dat enkele profielen die we wilden hergebruiken, onherroepelijk geplooid bleken te zijn, waren branddeuren uit de Brusselse WTC-torens die we wilden hergebruiken uiteindelijk toch te klein en bleek het in volle coronacrisis logistiek onmogelijk om de 30.000 vierkante meter verhoogde vloeren uit andere projecten te recupereren. Door de pandemie waren er ook te weinig handen om het gewenste aantal ander materiaal te demonteren uit andere gebouwen, waardoor voor sommige zaken toch voor nieuwbouw werd gekozen – verschillende huurders hadden immers al ingetekend en we zaten dus met een strakke timing waar weinig speling op zat.”
Het was volgens Valérie vooral in die momenten dat zij en haar collega’s bij Whitewood veel hadden aan Tomas, toen projectverantwoordelijke bij CONIX RDBM Architects. “Bij elke ontgoocheling kwam hij wel met een circulair alternatief of benadrukte hij wat we uit de tegenslag konden leren. En bracht hij weer de vlam in de pan door te stellen dat we dan maar elders in het bouwproces het onderste uit de circulaire kan moesten halen. Dat bleken nooit loze woorden en zijn positivisme werkte echt aanstekelijk.”
Critical circularity conjecture
Tomas heeft vanuit zijn ontwerp- en onderzoekpraktijk Studio Tuin en Wereld een heel eigen kijk op circulair bouwen, zo legde hij uit. “Ik zal nooit zeggen dat een gebouw circulair is, want dat is een uitspraak die pas in een verre toekomst al dan niet bewezen kan worden. Misschien wordt het circulaire potentieel van een gebouw wel nooit ten volle benut. En misschien is dat in die verre toekomst ook wel te verantwoorden; dan geldt mogelijks eens heel ander waarden- en normenkader dan vandaag. Wat nu als circulair wordt beschouwd, wordt dan misschien niet meer als dusdanig ervaren. Ik spreek daarom liever over de critical circularity conjecture: het draait op dit moment vooral om beloftes en niet zozeer om wetmatigheden. ‘De gebruikte materialen zullen allemaal gerecupereerd kunnen worden om er opnieuw iets mee te doen’: ik hoor het graag, maar wil het finaal allemaal nog wel eens zien.”
“Ik vind dat we daarom eerder inzetten op hergebruik in projecten eerder dan te rekenen op later hergebruik – wat ook belangrijk is, maar niet de enige ambitie mag zijn. Het zou vooral moeten gaan over het actualiseren van het bestaande ruimtelijke potentieel. In het MULTI-project, dat kon rekenen op veel ruchtbaarheid, hebben we dat gedaan, ook al werd er door velen heel pejoratief gekeken naar het bestaande gebouw. Maar wij zagen de kwaliteit. We hebben ook veel te danken aan Rotor DC, dat we mee betrokken hebben bij het project. Ik had een artikel gelezen over dat initiatief en was meteen overtuigd van de meerwaarde ervan in het MULTI-project.”
Ruimtelijk kapitaal
Maar circulair bouwen is voor Tomas naar eigen zeggen nog veel meer dan enkel focussen op hergebruik. “Eigenlijk gaat circulair bouwen voor mij om de verhouding van ruimtelijke kwaliteit en de energie die je nodig hebt gehad om die ruimtelijke kwaliteit te realiseren. De breuk met ruimtelijke kwaliteit als teller en de benodigde energie om die ruimtelijke kwaliteit te bewerkstelligen als noemer moet een zo hoog mogelijk getal opleveren. Dan ben je goed bezig. Voor sommige gebouwen kan je dan bijvoorbeeld zeggen: ‘De ruimtelijke kwaliteit is zo groot dat het verantwoord is er meer energie in te steken.’ Met andere woorden: als een intelligente structuur uit beton dankzij zijn stevigheid én dankzij een grote ruimtelijke aanpasbaarheid honderden jaren kan blijven staan, dan maakt het niet zo heel veel uit dat de productie van dat beton energie-intensief was. Die impact vlakt zich over de jaren dan immers uit doordat je ruimtelijk kapitaal opbouwt.”
Circular rebound effect
Volgens Tomas loert ook het circular rebound effect om de hoek en zouden overheden daar ook voor moeten waarschuwen. “Het gevaar bestaat dat betere isolatie net gaat zorgen voor een grotere milieu-impact: omdat je beter geïsoleerd bent ga je minder proactief letten op je ecologische voetafdruk. Of het geld dat je bespaart dankzij die betere isolatie ga je investeren in zaken die het positieve milieu-effect van die energiebesparing dankzij die betere isolatie weer uitwissen. Daar zou ook aandacht naar moeten gaan in heel het debat rond duurzaam bouwen en renoveren. Ik ben in die context dan ook eens benieuwd of we in deze periode met hoge energieprijzen ook minder energie gaan verbruiken zonder energiebesparende maatregelen van overheidswege.”
Circulaire reconversie van fabriek in Sint-Niklaas
Nu het MULTI-project zo goed als opgeleverd is, is Tomas met Studio Tuin en Wereld samen met MikeViktorViktor Architects en de stad Sint-Niklaas alweer in de weer met een ander groot bouwproject met circulaire ambities: de reconversie van een oud fabrieksgebouw naar een circulaire en sociale broedplaats. “Samen met MikeViktorViktor Architects hebben we ook nog een fijn onderzoeksproject lopen, MPMD 2043, dat een BWMSTR Label kreeg. Daarin willen we iets doen aan de problematiek van het stockeren van recuperatiematerialen. Een aannemer heeft vaak geen plaats genoeg om recuperatiematerialen tijdelijk te stallen en er is ook het probleem dat het moment van de beschikbaarheid van die materialen vaak niet in de buurt ligt van het moment waarop ze nodig zijn. Wij denken dat een oplossing kan liggen in het stockeren van materialen op een publieke manier, zodat er kennisoverdracht aan gekoppeld kan worden. De tijd dat die materialen wachten op een tweede leven kan dan toch zinvol zijn, doordat een fabrikant bijvoorbeeld aan geïnteresseerde aannemers of gewoon aan passanten kan vertellen hoe hij die materialen ontworpen heeft, op welke manier ze demonteerbaar zijn enzovoort. Het project zal waarschijnlijk wel conceptmatig blijven, het gaat om een idee, omdat er niet echt bouwbudget is om effectief een zogenaamd micropubliek materialendepot te bouwen. Maar het is een eerste stap.”
Pijnpunt
Restte Valérie nog haar pijnpunt te benoemen voor circulair bouwen, iets wat Circubuild vraagt aan elke laureaat van de Circubuild-award wanneer hij de prijs doorgeeft. “Ik spreek natuurlijk uit het standpunt van de projectontwikkelaar en dan kan ik niet anders dan het povere juridische en normatieve kader rond circulair bouwen te noemen. Ten eerste bestaan er vandaag geen garanties rond of standaardprocedures voor het hercertificiëren van gerecupereerde materialen. Die heb je als ontwikkelaar echt nodig als je dergelijke materialen wil toepassen in je projecten. Vorige week hebben in het MULTI-project bijvoorbeeld nog een terras opgeleverd waarvoor we gebruik hebben gemaakt van de roze gevel die we recupereerden van een bestaand gebouw. Die gevel bleek echter geen technische fiche meer te hebben, waardoor we zelf driepuntbuigproeven en ruwheidsproeven hebben moeten uitvoeren om te bewijzen dat het wel degelijk goed zat met de stevigheid en dat er geen risico was op uitglijden. Combineer dat met het feit dat er momenteel nog geen LCA wordt opgelegd en dan word je als ontwikkelaar maar weinig geïcentiveerd om voor nieuwe materialen te kiezen.”
“Daarnaast word je als ontwikkelaar juridisch ook op geen enkele manier financieel gestimuleerd om circulair te bouwen. Integendeel! In Brussel kan je voor commercieel vastgoed je btw recupereren als je een nieuwbouw zet en betaal je in de meeste gevallen wel 21% als je renoveert. Een ontwikkelaar verliest dus 21% als hij voor renovatie kiest ook al behaalt hij daarmee dezelfde energetische waarde. Dat slaat nergens op.”
Tomas zal de Circubuild-award volgende week alweer doorgeven. Dat zal hij doen in Antwerpen op Circulair Real Estate, een jaarlijks evenement georganiseerd door Management Producties dat projectontwikkelaars, aannemers en andere actoren uit de bouw- en vastgoedwereld samenbrengt om hen te inspireren rond circulair bouwen. Circubuild is immers mediapartner van het event.