Nieuwe bouwvormen zoals circulair en modulair bouwen moeten de bouwsector duurzamer maken. Ze brengen echter ook veel verandering in de taken en verantwoordelijkheden van de bouwpartners. De verzekeringssector heeft geen pasklaar antwoord op die gewijzigde aansprakelijkheden en moet nieuwe oplossingen creëren. Van Dessel Insurance Brokers ontwikkelde zo’n nieuw bouwverzekerinsconcept.
Eerst een schets van de huidige context volgens Van Dessel. Zoals veel andere branches staat ook de bouwsector voor de immense uitdaging om te verduurzamen. Op weg naar een groenere toekomst doen nieuwe bouwvormen zoals circulair en modulair bouwen stilaan hun intrede. Bij circulair bouwen wordt gestreefd naar een efficiënt en effectief gebruik van grondstoffen en materialen, zodat ze hun waarde maximaal behouden en hergebruikt kunnen worden in nieuwe projecten. Modulair bouwen houdt in dat gebouwen opgetrokken worden met gestandaardiseerde demonteerbare onderdelen, die later ook weer op een andere plek of met een nieuwe functie gebruikt kunnen worden. Deze technieken worden zowel voor residentiële gebouwen als in commerciële en industriële bouwprojecten toegepast.
Bouwpartners krijgen andere rol
Circulair en modulair bouwen vergt van alle betrokken partijen – architecten, aannemers, studiebureaus, materiaalproducenten, onderzoekers, bouwheren, investeerders, promotoren, verzekeraars, bankiers … – een serieuze aanpassing. Al deze stakeholders moeten immers de volledige levenscyclus van het gebouw opvolgen om de levensduur van de materialen en grondstoffen te verlengen en om de continuïteit en flexibiliteit van een gebouw te waarborgen. Ze zien zowel hun eigen rol als de samenwerking met de andere bouwpartners veranderen:
De klassieke driehoeksrelatie tussen opdrachtgever, architect en aannemer maakt plaats voor een circulaire ontwerprelatie waarin inter- en multidisciplinair samengewerkt wordt. Dat betekent onder meer dat er geen strikte scheiding meer is tussen ontwerp en uitvoering, want alle partijen moeten op permanente basis in bouwteams werken. Alleen zo is optimale kennisdeling en werken met BIM mogelijk, wat nodig is om faalkosten en betwistingen te vermijden.
Ook de aansprakelijkheid van de bouwpartners verandert
Nieuwe bouwvormen als circulair en modulair bouwen hebben niet alleen impact op de eigendomsrechten van de verschillende delen van het gebouw en de manier van aanbesteden. De nieuwe verantwoordelijkheden en samenwerkingsvormen van de bouwpartners leiden ook tot complexere situaties en noden op het vlak van aansprakelijkheid.
Zo gaan de aansprakelijkheden van de diverse partijen door elkaar lopen. De onverenigbaarheid van de beroepen van architect en aannemer vormt een mogelijke hinderpaal. Maar ook de algemene en tienjarige aansprakelijkheid van de bouwpartners worden beïnvloed. Fabrikanten van bouwmaterialen zijn momenteel bijvoorbeeld niet gebonden aan de decenale aansprakelijkheid – noch binnen het kader van de Wet Peeters, noch daarbuiten. Wie is er dan aansprakelijk als er iets fout loopt door materialen die na pakweg zeven jaar hergebruikt worden in een nieuwe circulaire bouwtoepassing? Er zou ook een voorstel op tafel liggen om de garantieperiode van bouwproducten op te trekken van twee naar tien jaar.
Verzekeraars zoeken volop naar oplossingen
De verzekerbaarheid van projecten opgetrokken met de nieuwe bouwvormen vormt dus een vette kluif voor verzekeraars. De Belgische verzekeringsmaatschappijen zoeken uit hoe ze aan de nieuw ontstane verzekeringsnoden kunnen beantwoorden, maar mogelijke oplossingen zitten nog in een embryonale fase.
Er is alvast nood aan controlemechanismen en systemen om de kwaliteit van bouwmaterialen en experimentele technieken te meten en die data te bewaren, zodat verzekeraars de risico’s beter kunnen inschatten. Informatie over het verleden van gebruikte materialen is voor verzekeraars cruciaal om over te kunnen gaan tot het verzekeren van nieuwe projecten waarin die materialen weer geïntegreerd worden.
Van Dessel kijkt naar Nederland en Scandinavische landen
Van Dessel timmert met al zijn expertise mee aan een verzekerbare oplossing. Het kijkt daarbij ook naar Nederland en de Scandinavische landen, die heel wat meer ervaring hebben met de nieuwe bouwvormen. Inmiddels heeft het een bouwverzekeringsconcept ontwikkeld dat ook op circulair bouwen kan worden toegepast. Bedenker daarvan is Philippe De Brabanter, specialist bouw- en technische verzekeringen bij Van Dessel. “Ik ben gepassioneerd door circulair en modulair bouwen”, vertelt hij. “Vanuit die passie en de vaststelling dat er een enorm gebrek is aan knowhow rond de impact van circulair en modulair bouwen op de verzekerbaarheid ervan, niet alleen bij bouwactoren maar ook bij diverse verzekeraars en hun makelaars zelf, ontwikkelde ik een bouwverzekeringsconcept dat ook perfect op circulair bouwen kan worden toegepast.”
“Eerst wordt een volledige risicoanalyse gemaakt van de bouwactiviteiten, ongeacht vanuit welke partij – aannemer, onderaannemers, architect, studiebureau, bouwheer, investeerder, fabrikant … De analyse zetten we dan om in een risicomatrix waarna we advies geven rond de al dan niet verzekerbaarheid via verzekeringen en eventueel via contracten tussen diverse bouwpartijen, naargelang wie we vertegenwoordigen. Die matrix kan perfect ook op circulair bouwen worden toegepast. In een volgende stap leren we de klant aan de hand van presentaties omgaan met bouwrisico’s. We leren ze vooral hoe die risico’s kunnen vermeden of beperkt worden.”
“Een voorbeeld in de ABR-verzekering is het fabricagerisico dat we met Van Dessel nog twee jaar na de voorlopige oplevering van de werken afdekken. Stel dat een natuurproduct zoals hout, dat meer en meer in prefabelementen vanuit de fabriek aangeleverd wordt, kort na plaatsing in een partculier project scheuren begint te vertonen ten gevolge van een mislukt droogproces, waardoor de stabiliteit wordt aangetast van een deel van het gebouw, met materiële schade tot gevolg, dan zal die situatie afgedekt zijn via de zogenaamde full makers guarantee in de ABR-verzekering. via de 10-jarige aansprakelijkheid is dat uitgesloten, want fabrikanten zijn volgens de Wet Peeters voor particuliere woningbouw waarbij de vergunningen vanaf 1 juli 2018 definitief werden afgeleverd, niet gedekt”, besluit hij.