ZINQ zet fors in op de Cradle to Cradle-filosofie. Het bedrijf ziet afval als voedingsstof voor nieuwe producten en het streeft naar 100% hergebruik van materialen. Zo worden zinkassen die vrijkomen bij het thermisch verzinken bij ZINQ bijvoorveeld afgeschuimd om dan volledig te hergebruiken. “70% van de assen wordt opnieuw gesmolten tot zink. De overige 30% aan zinkoxiden wordt gebruikt in onder andere de cosmetica- en farmaceuticasector voor bijvoorbeeld zinkzalf”, vertelt Kris Deferme van ZINQ in het webinar. “Van zink gaat dus niets verloren.”

Voorts probeert ZINQ volgens Deferme ook op andere manier meer circulair te zijn. Zo maakte het bijvoorbeeld zijn verzinkkuip een centimeter dikker, waardoor die langer meegaat – en waarbij die langere levensduur meer positieve milieu-impact genereert dan de materiaalbesparing door te kiezen voor een dunnere kuip. "We gebruiken ook hernieuwbare energie en hanteren een duurzaam waterbeheer. De warmte van de zinkovens recupereren we dan weer om vervolgens de droogovens mee te verwarmen. Zo gaat er zo weinig mogelijk energie verloren”, aldus Deferme.

Verwarmen met groene waterstof

Om tegen 2050 zo duurzaam mogelijk zink te verwerken baseert ZINQ zich op de 5 R’en: Refuse, Reduce, Reuse, Repurpose en Recycle. De vermindering van grondstof is daar een essentieel onderdeel van en daarin is een belangrijke rol weggelegd voor microZINQ. Dat is een speciale aluminiumzinklegering. Normaal hebben zo'n legereingen een microlaagdikte van 80 μm, maar bij microZINQ bedraagt die slechts 10 tot 15 μm.

Om volledig koolstofvrij te zijn tegen 2050 heeft ZINQ het Power2ZINQ-project opgestart. “Dat is een pilootproject in Duitsland waar we onze branders zullen voeden met groene waterstof. Windmolens wekken groene energie op, die wordt omgezet in elektriciteit. Daarmee voeren we vervolgens elektrolyse uit op het water. Dat wordt dan omgezet naar waterstof en zuurstof en die waterstof gebruiken we voor onze branders. Zo zullen we onze ovens verwarmen met groene energie”, besluit Kris Deferme.

Circulariteit bij stalen trappen

Staal is een duurzaam product: het gaat bijzonder lang mee en bij de – weliswaar energie-intensieve – productie ervan wordt veel schroot gebruikt, bij de productie van balken en stafmateriaal zelfs tot wel 95%. Maar GS Staalwerken gaat verder dan dat. Aan de hand van het 10R-model voor circulariteit geeft het enkele tips om duurzamer stalen trappen te ontwerpen. “Probeer slimme trappen te maken door demontabele componenten te gebruiken, ontwerp de trap niet groter of zwaarder dan nodig en documenteer de info van het product nauwkeurig. Dat is belangrijk als het uiteindelijk hergebruikt wordt”, vertelt Berry Donkers Van GS Staalwerken in het webinar.

Om circulair bouwen te vergemakkelijken, zou er volgens Donkers wel iets moeten veranderen in de wetgeving. “Belgische producten hebben andere normen dan Nederlandse producten. Dat zorgt voor circulaire ongemakken”, verklaart hij. "De maximale hekhoogte bedraagt in België bijvoorbeeld 1,1 tot 12 meter en in Nederland 1 tot 13 meter. De maximale opening is in Nederland dan weer 100 tot 500 millimeter terwijl in België dat 110 milimeter is. En ook de belastingen op hekwerk liggen in Nederland lager dan in België, met respectievelijk 0,8 Kn/m en 1,0 Kn/m."
 

Lasspray en markeerstiften uit den boze

In het webinar is ook Martin Verberk van ZINQ te gast. Hij geeft een leerrijke uiteenzetting van de techniek en de troeven van thermisch verzinkt staal als corrosiewerend systeem en geeft ook de do’s en don’ts mee voor ontwerpers in verband met het bouwen van een staalconstructie. Hij laat ook weten dat er een checklist te verkrijgen is bij Zinkinfo Benelux en bij de filialen van ZINQ om producten goed en veilig te verzinken. Aan de hand van de checklist verhoog je de kwaliteit van je eigen product.

Verberk focust ook op de invloed van lasspray en markeerstiften op het verzinkingsproces. Een moeilijke relatie, zo blijkt, want veel lassprays en markeerstiften zorgen ervoor dat het product niet meer goed verzinkt kan worden. “Vaak heeft dat te maken met siliconen die in de sprays zijn verwerkt. Het nadeel is dat je die niet 'weggezuurd' krijgt en ze er dus op blijven kleven. Dat zorgt voor onverzinkte plekken. Als je te veel van het product gebruikt en dan gaat lassen, krijg je zwarte randen naast het lassen,” legt Martin uit. “Ook markeerstiften blijven vaak zichtbaar na het thermisch verzinken doordat de stift niet verwijderd kan worden en er dus geen zink op die plekken blijft zitten.”

Het volledige webinar kan je hier herbekijken.

Bron: Infosteel