Woonontwikkeling De Porre (DENC-STUDIO en DHOOGE & MEGANCK): circulair, klimaatadaptief en regeneratief

Architecten- en studiebureau DENC-STUDIO en DHOOGE & MEGANCK architectuur mogen de woonontwikkeling die geldt als sluitstuk van de herontwikkeling van de voormalige weverij en spinnerij De Porre in Gentbrugge ontwerpen. De architecten konden stadsontwikkelingsbedrijf sogent overtuigen met een ontwerp dat circulaire, klimaatadaptieve en regeneratieve gebouwen omvat. Die zullen alle ook een materialenpaspoort krijgen.

De katoenweverij tussen de Jules de Saint-Genoisstraat en de Peter Benoitlaan in de wijk Moscou werd in 1907 opgericht door Ernest De Porre. Zo’n twintig jaar later volgde de spinnerij. Na jaren succes te hebben gekend en geroemd te zijn geweest voor haar flanellen lakens, ging de fabriek in 1980 na een periode van achteruitgang toch op de fles.

Stad Gent kocht het fabriekscomplex in 1982 en gebruikte de gebouwen de jaren daarna om er een seniorenclub, een jeugdhuis, de brandweer, het Rode Kruis, het Industriemuseum Gent en zelfs carnavalsverenigingen in onder te brengen.

In 2008 en 2009 ging het Gentse stadsontwikkelingsbedrijf sogent echter over tot een opruim- en verhuisbeweging, waardoor de site terug grotendeels vrijkwam. Delen van de fabriek werden selectief gesloopt en de site onderging een herbestemming en herontwikkeling. Er kwam een wijkpark aan de Jules de Saint-Genoisstraat, een uitbreiding van De Sportschool en het Open Huis De Porre.

Sluitstuk van de transformatie is een nog te realiseren nieuwe woonontwikkeling met zo’n zestig woningen. Matexi Projects en Matexi Oost-Vlaanderen wonnen vorige week de mededingingsprocedure met onderhandeling voor het vinden van een private partner die naast het ontwerp ook moet instaan voor de financiering en de realisatie van het nieuwe woonproject. Voor het ontwerp gingen zij in zee met architecten- en studiebureau DENC-STUDIO en DHOOGE & MEGANCK architectuur, die sinds enkele jaren voor verschillende – lopende en reeds uitgevoerde – projecten samenwerken onder de maatschap Team Kampvuur.

Het projectgebied is 1,13 ha groot en wordt aan de noordwestelijke kant begrensd door het wijkpark De Porre en aan de zuidoostelijke kant door de Peter Benoitlaan. Het omvat onder meer een fabrieksloods met erfgoedwaarde en een brandweerkazerne. Dankzij de realisatie van het wijkpark, het wijkcentrum en de uitbreiding van de Sportschool is de voormalige fabriekssite uitgegroeid tot een echt centrum van de buurt. Sogent stelde daarom zeer hoge verwachtingen aan de stedenbouwkundige en architecturale uitwerking van het nieuwe woonproject, dat in een constante dialoog moet treden met de al gerealiseerde projecten op de site. Door in te zetten op principes van circulair bouwen en zijn ontwerp klimaatadaptief en regeneratief te maken, voldeed het ontwerpteam aan die wens. Voor het landschapsontwerp zorgde Atelier Arne Deruyter. SuReal assisteerde DENC-STUDIO, dat de overkoepelende duurzaamheidsstudies verzorgde, bij het becijferen van de total cost of ownership (TCO) van de technische installaties.


Bio-ecologische omkeerbare houtbouwinvullingen

Het ontwerp behoudt en restaureert de beschermde bakstenen fabrieksloods met aparte traptoren en doorgang, alsook de bestaande structuur van het oostelijke deel van het gebouw. De bestaande structuren worden omgevormd naar twee ‘nieuwe’ gebouwen: De Schietspoel, dat voorziet in woningen, en De Knoop, een collectief gedeelte. De open vloeren van de bestaande structuren zijn flexibel invulbaar door de afwezigheid van dragende wanden en rijkelijke vrije hoogtes.

Door in de onderhandelingsfase in thematische vergaderingen in gesprek te gaan met de brandweer, konden de architecten in de best and final offerfase voor De Schietspoel en De Knoop een optimalisatie presenteren waarbij – in geval van nood, want de brandweerkazerne aan de Peter Benoitlaan wordt gesloopt – brandweerwagens, het enige gemotoriseerde verkeer dat is toegelaten in het binnengebied, niet langer door het erfgoedgebouw dienen te rijden. Daardoor moet er veel minder worden gesloopt en wordt een belangrijk deel van de bouwkundige geschiedenis, de oude circulatiegang, behouden een meegenomen in het nieuwe verhaal. Die optimalisatie is volgens de architecten een schoolvoorbeeld van de eerste en belangrijkste stappen van de 10R-prioriteitsladder die vaak gehanteerd wordt bij circulair bouwen: Rethink en Redesign.

De nieuwe woningen zullen in de bestaande structuur inschuiven. Ze zijn opgevat als omkeerbare, bio-ecologisch verantwoorde FSC-houtbouwinvullingen. Die zijn vormstabiel op zichzelf en dienen niet verankerd te worden aan de bestaande structuur. Er worden enkel droge verbindingen en droge afbouwmethodes gebruikt.

De keuze voor houtbouw heeft een dubbele positieve impact op het klimaat. Enerzijds wordt de CO2-intensieve productie van staal en cement afgeroomd, anderzijds worden de nieuwe gebouwen een opslagvat van CO2 uit de atmosfeer.

Ter uitwerking van de modulaire houten gevels wil Team Kampvuur een samenwerking aangaan met MOSARD, dat een open source protocol ontwikkelde voor modulair en circulair ontwerpen, bouwen en wonen.


Ruimtelijk rendement en klimaatadaptatie

Het ontwerpteam wist in het ontwerp ook slim te schakelen en stapelen met meer ruimtelijk rendement tot gevolg. Zo maakt De Zelfkant, het grootste van twee nieuwbouwvolumes, dankbaar gebruik van de ter beschikking gestelde bouwhoogte ten voordele van meer groen. Het ontpitten gaat samen met ontharden en verzachten.

De architecten reiken naar eigen zeggen een robuust klimaatadaptief ontwerp aan dat zich nu reeds wapent tegen klimatologische veranderingen. Inspelend op het aanwezige reliëf, wordt een forse blauwgroene structuur gecreëerd, zowel in het privaat collectieve deel als in het nieuw publieke parkdeel naar de hand van Atelier Arne Deruyter. De nieuwe woonontwikkeling voorziet in natuurlijke waterretentie en maakt optimaal gebruik van de sponswerking van de bodem. In aanvulling op de goede infiltratiecapaciteit, creëerden de architecten door hoogteverschillen voldoende buffercapaciteit om hevige pieken van regenwaterval te kunnen opvangen. Ook grijswater zal worden gerecupereerd in het project.


Regeneratief

DENC-STUDIO en DHOOGE & MEGANCK wilden een buurt maken waar mensen lang kunnen blijven samenleven en elkaar écht kunnen ontmoeten. Dat realiseerden ze door zich te richten op gemengde woonprofielen, door participatie en cocreatie, door aanpasbaarheid van het ontwerp, door een goede doorwaadbaarheid met voldoende verpozingsplekken en door de integratie van bedrijvigheid. Het resultaat is een kleiner gevoel van eenzaamheid, een sterkere verbondenheid en een hoger veiligheidsgevoel.

Belangrijk in die visie is het buurtondersteunende gebouw De Knoop, in het hart van de site. De Knoop omvat vier ateliers en heeft een oppervlakte van iets meer dan 1.000 m²; niet te klein om toch van betekenis te kunnen zijn; niet te groot om zo overlast te vermijden. In atelier 1 zien de architecten kansen voor stadslandbouw, met circulaire oplossingen voor onder meer wateropvang, verwerking van restafval tot compost en recuperatie van meststoffen. In een korte keten kunnen de geteelde groenten lokaal worden geconsumeerd in de horeca, in atelier 2, of verkocht in de buurtwinkel, in atelier 3.

Atelier 4, een polyvalente ruimte met aanliggende buitenruimte, wil niet in concurrentie gaan met het reeds bestaande Open Huis De Porre, maar er een aanvulling op zijn. Het Open Huis kan wel gereserveerd worden door particulieren, verenigingen en bewonersgroepen, maar is in de praktijk een ontmoetingsplaats voor en door 55+. Het nieuwe cascoatelier zal invulling krijgen door cocreatie tussen de bewoners. De architecten zien atelier 4 als een plaats waar de bewoners kunnen werken, klussen en (be)leven, zowel privé als professioneel, en waar hun kinderen kunnen spelen, maar evenzeer als een plek die door hen ter beschikking kan worden gesteld aan de buurt. Bij de verdere uitwerking van de ateliers willen de architecten zo veel mogelijk een ruwbouw-afbouwaanpak promoten. Die sluit niet alleen het best aan met de genius loci, maar bespaart bovendien massa’s materiaal en financiële middelen. Door ook de technieken in opbouw te voorzien, blijven ze bereikbaar, aanpasbaar, opsplitsbaar, uitbreidbaar en omkeerbaar.


Materialenpaspoorten

Naast De Schietspoel, De Knoop en De Zelfkant bestaat de nieuwe woonontwikkeling ook nog uit een kleiner nieuwbouwvolume met woningen aan de oostkant van de site. Dat kreeg de naam de Bobijntjes. Parkeren doen de bewoners in een nieuwe ondergrondse parkeergarage met twee bouwlagen.

De architecten zullen het BIM-model koppelen aan materialen- en/of elementenpaspoorten om zo de ingezette materialen traceerbaar te maken in functie van later hergebruik. “We willen de kopers en overige stakeholders niet alleen een duurzaam gebouwen gebouw aanreiken, maar effectief een duurzaam traject nalaten”, besluit Team Kampvuur.

De werken aan de nieuwe woonontwikkeling zouden in 2024 moeten starten.

Deel dit artikel:

Onze partners