“Zeker in kantoren is product as a service aangewezen”

Materiaalkeuze en product a service vormden het tweede en derde thema in het webinar over circulariteit in kantoren dat Circubuild op 25 april samen met samen met ETAP Lighting, Interface, JUUNOO en Nnof op organiseerde. Uit het panel kwam onder meer naar voren dat een product circulair noemen de nodige nuance vraagt en dat de verwachting is dat product as a service binnen enkele jaren helemaal doorgebroken zal zijn. “Zeker in kantoren is product as a service aangewezen”, vertelde Anne Lenaerts van Nnof.

Het anderhalf uur durende interactieve webinar werd uitgezonden vanuit ’t Centrum, het circulaire kantoorgebouw van Kamp C in Westerlo. Voor een publiek van zo’n 260 kijklustigen bogen specialisten en ervaringsdeskundigen, onder moderatie van Rik Neven, zaakvoerder van Palindroom, het contentbureau achter Circubuild, zich over alle vragen rond circulariteit in kantoren, een thema dat niet alleen past binnen duurzaam bouwen, maar ook aan belang wint nu corona de voordelen van thuiswerken heeft aangetoond en steeds meer bedrijven daardoor flexibel ontwerpen omarmen.

ETAP Lighting, Interface, JUUNOO en Nnof hadden respectievelijk Michaël Joris, Filip Verheyden, Chris Van de Voorde en Anne Lenaerts afgevaardigd voor het panel. Dat bestond voorts uit Lieven De Groote van MAKER architecten, Emiel Ascione van Kamp C, Jan Geysen van PUUR en An Sprenghers van VDAB, zodat naast fabrikanten ook architecten en opdrachtgevers die ervaring hebben met het circulair ontwerpen en realiseren van kantoren en hun inrichting vertegenwoordigd waren.

Het webinar bestond uit vier blokken waarin telkens een ander thema gelinkt aan circulariteit in kantoren werd besproken. In elk blok bestond het panel telkens uit vier van de acht sprekers en vormde een poll onder de kijkers – via AhaSlides – het startpunt van het panelgesprek. Een verslag van het eerste blok, met als thema ontwerp, lees je in dit artikel.


Materiaalkeuze

Het tweede thema dat werd behandeld, was materiaalkeuze. In dat blok bestond het panel uit Emiel Ascione, Jan Geysen, Lieven De Groote en Filip Verheyden. “Het zou verboden moeten zijn om een product circulair te noemen als het niet extern als dusdanig werd gescreend”, luidde de stelling waarover de kijkers hun mening mochten geven. Die reageerden allemaal hetzelfde: 100% was het er (eerder) mee eens. In tegenstelling tot het publiek, hechtte niet iedereen in het panel evenveel belang aan dergelijke screenings. “Wij kiezen gewoon voor producten waar we zelf in geloven, die we zelf circulair vinden”, vertelde Jan Geysen. “Maar er zijn bedrijven die onterecht op de circulaire kar springen, dus moet je als architect wel altijd kritisch zijn om die greenwashing geen kans te geven.”
Filip Verheyden is wél absoluut voorstander van productscreenings. “Omdat die een objectieve productvergelijking mogelijk maken”, verduidelijkte hij. “Wijzelf zijn heel hard geneigd om te werken met EPD’s, omdat je dan echt een cijfer hebt dat de milieu-impact aangeeft.”
Lieven De Groote had nog een andere kijk op de zaak. “Ik had de stelling gewoon ingekort naar: ‘Het zou verboden moeten zijn een product circulair te noemen’. Circulair is immers zo’n brede term dat er altijd concretisering nodig is over het waarom en het hoe. Is het product circulair omdat het herbruikbaar is? Omdat het hernieuwbaar is? Omdat het gemaakt is van gerecycleerd materiaal? Wij bekijken de vraag van de klant altijd in de specifieke context en gebruiken tools als Totem, TCO’s en losmaakbaarheidsindexen.”

Of het panel het verschil eens kon uitleggen tussen biobased en circulair, vroeg Rik Neven vervolgens. “Want die worden vaak in een adem genoemd en dat is toch niet altijd terecht?” Emiel Ascione nam die vraag voor zijn rekening. “Biobased materialen zijn circulair in de biologische kringloop en circulaire producten in de technische kringloop. Biobased materialen kunnen circulair worden toegepast zodat ze ook in de technische kingloop passen, maar niet-biogebaseerde materialen zullen nooit in de biologische kringloop passen. Maar biologisch of circulair: het ene is zeker niet beter dan het andere. Alles hangt af van de toepassing. Een papieren bekertje is dan wel biobased, je moet het wel na elke drankbeurt wegsmijten. Een stenen mok, die ook wel natuurlijke grondstoffen bevat maar nooit 100% biobased is, is daarom milieuvriendelijker.”

“Welke garanties kunnen nog worden gegeven op recuperatiematerialen?”, wilde Rik Neven ook graag weten. “Dat is inderdaad een heikel punt”, reageerde Filip Verheyden. “Wij als fabrikant garanderen geen prestaties meer op gebruikte tegels, omdat de vijftienjarige garantie die wij sowieso geven dan meestal al bereikt is. Maar ik vind persoonlijk dat er vandaag te veel wordt gefocust op dat hergebruikpotentieel en te weinig op de milieu-impact die een product in zijn eerste leven heeft. Dat laatste is ook belangrijk, want herbruikbare of recycleerbare producten worden daarom niet altijd hergebruikt of gerecycleerd. Dus ja, laat ons zeker inzetten op herbruikbare en recycleerbare oplossingen, maar laat ons ook bestuderen hoe producten tijdens hun eerste levensduur minder milieubelastend kunnen zijn.”

“Opdrachtgevers vertrouwen er wel op dat wij de circulariteit en kwaliteit van circulaire oplossingen die we voorstellen hebben gescreend”, reageerde Jan Geysen vervolgens op de vraag van Rik Neven of circulaire materialen soms negatieve associaties oproepen bij opdrachtgevers. PUUR werkt overigens nog niet met materiaalpaspoorten, werd duidelijk na een laatste vraag van Rik Neven. “Maar daar gaan we in de nabije toekomst echt wel werk van maken. (lachend) Thomas Rau heeft ons wat dat betreft intussen wel een geweten geschopt”, aldus Geysen.


Product as a service

Voor het derde thema, product as a service, bestond het panel uit Filip Verheyden, Michaël Joris, Chris Van de Voorde en Anne Lenaerts. De stelling waar zij net als het publiek hun mening over mochten geven, was de volgende: “Wanneer zal product as a service in de markt van kantoorinrichting echt doorbreken?” De antwoordopties luidden: het is al doorgebroken, binnen 1 à 2 jaar, binnen 5 jaar, binnen 10 jaar en nooit. Slechts twee procent van de kijkers koos voor dat laatste antwoord. 94% was van mening dat het wél gaat doorbreken, waarvan twee derde aanduidde binnen 5 jaar, en volgens 4% van de kijkers is product as a service al doorgebroken in de kantoormarkt. Michaël Joris, Chris Van de Voorde en Anne Lenaerts zien de doorbraak er ook komen. “De materialen die we in kantooromgevingen tegenkomen, zijn eigenlijk te duurzaam voor de manier waarop en de duur waarmee ze gebruikt worden. Zeker in kantoren is product as a service dus aangewezen”, reageerde die laatste.
“Floor as a service staat bij ons nog in de kinderschoenen, moet ik zeggen”, was Filip Verheyden de enige van het panel die vragen heeft bij de doorbraak van product a service. “Al onze klanten die die vraag initieel gesteld hebben, zijn en cours de route afgehaakt omdat het toch duurder zou uitvallen dan de vloer gewoon aan te kopen.”
“Mensen moeten wel weten dat er meer vormen bestaan van product as a service dan de vorm waarbij je het product leaset”, nuanceerde Chris Van de Voorde. “Leasing is interessant voor kantoren omdat je daar inderdaad met korte termijnen te maken krijgt, en dan zeker voor elementen die veel onderhoud vragen, zoals een lift bijvoorbeeld, maar er zijn dus ook andere vormen van product as a service. Wat wij bijvoorbeeld doen, is alles terugkopen wat we verkopen. Hier bij Kamp C, waar we zowat alle niet-dragende wanden hebben geleverd, hebben we het nóg anders gedaan: we hebben de wanden als het ware op voorhand teruggekocht. Of dus eigenlijk een soort korting aangeboden. Zo bieden we ook de zekerheid aan onszelf dat we de materialen effectief terugkrijgen en ze nog eens kunnen verkopen. Want we spreken over circulaire economie hé, dat tweede woord is ook belangrijk. Wij kopen dingen terug omdat ze de tweede keer opnieuw kunnen verkopen met meer winst dan de eerste keer.”

Vervolgens kwam er een vraag uit het publiek die aansloot bij dat laatste: “Hoe kan een architect zijn aansprakelijkheden nakomen wanneer hij werkt met recuperatiematerialen waarvan de prestaties niet gegarandeerd zijn?”
Die prestaties vallen volgens Chris Van de Voorde toch te garanderen: “Er zijn uiteindelijk heel veel standaardtesten beschikbaar vanuit het WTCB (Chris Van de Voorde gebruikt nog de oude naam van Buildwise, red.): akoestische testen, brandtesten, stabiliteitstesten ... Die kan je gewoon opnieuw toepassen op gerecupereerde materialen. Voor een project voor OVAM in Mechelen hebben wij bijvoorbeeld de akoestische prestaties van gerecupereerde wanden opnieuw getest.”

“Ik vind wel: er is zeker een correlatie tussen circulair bouwen en product as a service, maar circulair bouwen kan volgens mij zeker ook zonder product as a service bestaan. En andersom”, wilde Filip Verheyden nog kwijt. “Al onze producten zijn vandaag gedurende hun volledige levenscyclus CO2-neutraal en sommige zelfs CO2-negatief, omdat ze gemaakt zijn van gerecycleerde en hernieuwbare materialen en met het oog op hergebruik omkeerbaar worden geplaatst. Je kan volgens mij dan toch niet zeggen dat we dan geen bijdrage leveren aan een meer circulaire manier van bouwen omdat we product as a service niet of nog niet toepassen.”

Of het nu gebeurt met product as a service of niet liet hij in het midden, maar “we worden door Europa verplicht om tegen 2050 CO2-neutraal zal zijn en de regelgeving zal alleen maar verstrengen. Dus take-make-waste, dat kan gewoon niet meer”, kreeg Michaël Joris het laatste woord.

De rest van het verslag van het webinar lees je hier. Het webinar herbekijken kan via deze link.

Deel dit artikel:

Onze partners