ZIN: het stadsproject met een hovenier

Wie aan groen denkt, denkt misschien aan uitgestrekte bossen of heide, of weidse grasvlaktes. In elk geval niet aan de stad, laat staan hartje Brussel. Maar het circulaire ZIN-project in de Brusselse stadsrand, toont aan dat groen ook in de stadsomgeving geïntegreerd kan worden, en dat met dank aan Ecoworks, de hovenier van het project.

“We trachten groen terug te brengen naar de stad en we bouwen dak- en verticale tuinen”, legt John Kinnen, oprichter van Ecoworks, het uit. “In het project gaan we veel plantjes aanbrengen op het gebouw, op de daktuin op de 29ste verdieping, maar ook een verticaal bos langs de wand, van populieren.”

Daarnaast komen er ook heel wat planten in het gebouw zelf. “In de kantoorbeplanting is het qua schaal een uniek project”, aldus Kinnen. “Er komen 3.000 vrij grote planten in, het gaat voor de personen die daar aan hun bureau zitten aanvoelen als een soort binnenbos.”


Evolutie

Het is dan ook het grootste project dat Ecoworks tot op heden mocht uitvoeren. “Ik denk zelfs dat het in de markt in België innoverend is, ook door de schaal”, glundert een fiere John Kinnen. “Toen ik het bedrijf 15 jaar geleden in mijn kot heb opgericht, was dit soort van projecten helemaal ondenkbaar, of absoluut nog niet aan de orde.”

Maar intussen is er een evolutie gaande in de markt. “We zien dat het integreren van het element groen als onderdeel van hoe zo’n gebouw werkt echt aan belang wint. En ZIN is daar bij uitstek in Brussel toch wel een heel mooi voorbeeld van.”


Plantkeuze

Als hovenier is het ook belangrijk welke planten er gebruikt worden in het project. Maar hoe begin je daaraan? “We hebben hiervoor veel samengewerkt. Met enerzijds de ontwerper plant- en houtgoed, maar anderzijds met de kweker van de bomen.” Toch wil dat niet zeggen dat alles makkelijk gekozen is. “Vooral de daktuin is nieuw terrein voor iedereen die betrokken is. Er zijn niet veel daktuinen op die hoogte die al bestaan en enige tijd bestaan.”

Voor ZIN is er wel een bewuste keuze gemaakt. “We hebben bewust gekozen voor inheemse, robuuste soorten. Die gespen we zo goed mogelijk vast aan het gebouw, zodat ze niet gaan vliegen”, zegt Kinnen. “Maar het project moet voor ons wel meegroeien met het gebruik van het gebouw. Dus het verticale bos bijvoorbeeld wordt aangeplant met relatief jonge populieren. En dat bos zal dan de komende jaren meegroeien, en we zullen dan ook moeten bekijken hoe we het gaan snoeien.”

Wil je graag meer weten over het ZIN-project? Beluister dan zeker onze podcast hier:

 

 

Deel dit artikel:

Onze partners